Een plek veroveren in een kampioenselftal is geen eenvoudige opgave. Zeker niet als de selectie ook nog eens wordt versterkt door spelers die van een hoger niveau komen. Toch slaagde Dennis Dekker erin een basisplek te veroveren. Aan de vooravond van MZC – Oostkapelle spraken we met de eerstejaars senior.

Weet je nog wanneer en tegen wie je je debuut maakte bij het 1e?

“Dat was twee voetbalseizoenen geleden. Ik mocht invallen tijdens de competitiewedstrijd tegen NOAD’67.”

Hoe vind je het tot nu toe gaan dit seizoen?

“Met het team gaat het op dit moment natuurlijk wel redelijk met een 2e plek. Zelf ben ik dit seizoen als voetballer veel gegroeid. Aan het begin van het seizoen was het vooral wennen, want ik kwam over vanuit de jeugd. Het zat ook niet mee omdat ik een tijdje niet kon voetballen vanwege een klaplong. Daarna ben ik meer gewend geraakt aan de manier van spelen bij de senioren en gaat het naar mijn idee voetballend steeds beter.”

Vorig seizoen trainde je wel bij het 1e, maar speelde je nog niet heel veel. Ondanks dat er allerlei versterkingen van buiten kwamen, ben je uitgegroeid tot basisspeler. Hoe zie jij die ontwikkeling die je doormaakt?

“Aan het begin van dit seizoen had ik ook vanwege die versterkingen zeker niet verwacht dat ik zoveel zou gaan spelen als ik nu doe. Ik ben dus erg blij dat ik nu zoveel speeltijd krijg. Toch moeten er nog een hoop dingen beter, ik voetbal bijvoorbeeld ook nog erg wisselvallig.”

Wie is belangrijk geweest bij die ontwikkeling? Trainer, spelers, jezelf door vertrouwen in jezelf te houden?

“Door dit seizoen met goede voetballers te voetballen en te trainen word je zelf ook een veel betere voetballer. En ook de trainer waar ik zoveel kansen krijg om te spelen is daarvoor erg belangrijk geweest.”

 

Wanneer merkte je dit seizoen dat je groeide tot basisspeler?

“Tijdens de afwezigheid van spelers mocht ik kort na de winterstop een aantal wedstrijden achter elkaar in de basis beginnen. Nadat deze weer terug waren, stond ik er de volgende wedstrijden toch ook vaak weer in.”

 

Wat is je voornaamste kracht? 

“Ik denk dat ik wel redelijk technisch en tweebenig ben, wat allebei wel handig is als buitenspeler.”

 

Oud-speler René is je oom. Hoor je wel eens dat jullie op elkaar lijken of juist niet?

“Ik heb hem zelf nooit zien voetballen, dus als voetballer weet ik niet zo veel van hem. Ik krijg af en toe wel wat over hem te horen, maar volgens mij zijn wij ook vanwege onze verschillende posities op het veld niet echt vergelijkbare type voetballers.”

 

Je staat tussen verschillende ex-hoofdklassers, zoals Corné, Mathijs en Ingmar. Maakt dat het spelen makkelijker of maakt dat niet uit? En hoe zie jij je eigen toekomst? 

“Corné, Mathijs en Ingmar zijn hele goede voetballers waar je veel van leert. Tijdens wedstrijden is het natuurlijk alleen maar lekker om zulke spelers om je heen te hebben, dat maakt het voetballen zeker makkelijker. Zelf moet ik eerst maar zorgen dat ik een echte vaste basisspeler bij MZC ben, dat is voorlopig het eerste doel.”

 

Van welke trainer heb je tot nu toe het meeste geleerd? 

“Dit seizoen leer ik natuurlijk heel veel van Adriaan. De trainingen zoals ik die nu krijg zijn totaal niet te vergelijken met hoe ik die ooit in de jeugd heb gehad. In de jeugd is Bill Hillebrand als trainer van de B1 ook een hele goede trainer geweest.”

 

Nacompetitie zit er wel in dit jaar. Hoe schat jij de kansen in voor promotie? Zie je uit naar de 1e klasse?

“Nu de nacompetitie zo goed als binnen is, hebben we natuurlijk altijd een kans om te promoveren, maar dat zal zeker niet makkelijk worden. Als we 1e klasse gaan spelen zal ik daar alleen maar een betere voetballer van worden. Maar in de 2e klasse speel je nog wel je wedstrijden gewoon in Zeeland, tegen clubs die je kent…”